Taalgebruik

Als gevolg van de merkwaarden, de stem en de toon zijn er bepaalde woorden en zinnen die we liever niet gebruiken. Ze zijn te formeel, te omslachtig, te trendy, te cliché of passen om andere redenen niet bij ons.

In dit hoofdstuk vind je verschillende voorbeelden van woorden en zinnen die we wel en niet gebruiken. Sommige woorden zijn over het algemeen minder geschikt; die zouden voor ieder bedrijf en iedere situatie moeten gelden. Andere woorden zijn specifiek voor ons niet passend.

Standaard en cliché taalgebruik

Of het nu gaat om een blog, een CTA of een social post: in alle gevallen vermijden we té standaard taalgebruik.

Voorbeelden

‘Acquisitie op basis van deze vacature wordt niet op prijs gesteld; wij houden werving en selectie graag in eigen beheer’.

Deze zin kun je in Google plakken en dan krijg je 281.000 resultaten. Dat mag iets vindingrijker.

Bijvoorbeeld:

‘Acquisitie op basis van deze vacature? Nee, dank je. Wij verbinden niet alleen processen aan wasserijen, maar ook collega’s aan onszelf.

Nog zo’n zin: ‘Kom jij ons team versterken?’. 200.000 resultaten op Google. Gebruik hier liever een unieke mogelijkheid die de vacature biedt, eventueel in combinatie met waar je naar op zoek bent, bijvoorbeeld. En dus niet: ‘Ben jij of ken jij…’.

We gaan dus ook nooit op zoek naar ‘de spin in het web’ of ‘de creatieve duizendpoot’.

Dus: vermijd clichés

Eigenlijk moet je bij iedere tekst bedenken of jouw tekst niet te inwisselbaar is. Is jouw tekstje er een die je regelmatig tegenkomt? Dan zouden we ‘m moeten vermijden. Kijk bijvoorbeeld naar de coronacrisis: ‘het zijn bizarre tijden’ was al na enkele weken een cliché.

Vraag jezelf dus af of je tekst niet te cliché is, of dat je niet een open deur intrapt.

Jeukwoorden en vaagtaal

Woorden waar je jeuk van krijgt. Misschien direct, misschien pas als je er iets beter over nadenkt. Maar ze worden vaak te pas en te onpas gebruikt. Soms om ‘nee’ te zeggen, maar te doen alsof dat niet zo is. Soms om eigenlijk helemaal niets te zeggen, of te doen alsof je iets zegt.

Soms is het woord gebruiken niet zo erg; soms is het echt not done, om er maar een jeukwoordcombi in te gooien. Soms worden ze gebruikt omdat iedereen ze gebruikt, dus ‘doe ik het ook maar’.

In de meeste gevallen gebruikt men jargon, vaagtaal of jeukwoorden om interessant(er) te klinken. Dat past niet bij ons. En tóch het zit er wel een beetje in, hè?

Geeft niet. Iedereen gebruikt die woorden wel eens. Maar we gaan het wel minder proberen te doen.

Voorbeelden

  • Stakeholders = betrokkenen, belanghebbenden
  • Iets aangeven = iets zeggen/mailen/appen
  • Ontzorgen = helpen, begeleiden, ondersteunen, verzorgen, coachen, uitvoeren, regisseren…
  • Een kwaliteitsslag maken = het moet beter
  • Een stukje = gewoon een totaal onnodig woord
  • Uitnutten = benutten, gebruiken
  • Ergens een klap op geven = het gaan doen
  • Doorpakken = iets gaan doen
  • Dat is wel een dingetje = dat is een probleem/daar moeten we op letten
  • Dat is niet mijn ding = dat vind ik niet leuk/niet bij mij passen
  • Stip op de horizon = dat willen we gaan doen
  • Als je ’t plat slaat = simpel gezegd, oftewel
  • We nemen het mee = als je het meent: ‘dankjewel voor je opmerking, ik ga er wat aan doen’… maar meestal bedoelt men ‘ik doe alsof ik er iets mee ga doen’

Een voorbeeld van een slechte zin, vol jeuk:

“Onze stip op de horizon is volgend jaar een stukje terugkoppeling van de target audience uit te nutten om de customer journey te optimizen.”

Zo kan het ook:

“We willen volgend jaar reacties van de doelgroep gebruiken om de klantreis te verbeteren.”

Simpeler, concreter en zonder onnodige opsmuk.

En dan kun je je zelfs nog afvragen of ‘klantreis’ niet een jeukwoord is…

Hoe dan ook: in uitingen van WSP proberen we de duidelijke jeukwoorden zoveel mogelijk te vermijden. Daarin hoeven we ook weer niet door te draven. ‘Een stip op de horizon’ klinkt soms stiekem best lekker, bijvoorbeeld.

Formeel/gewichtig/oubollig taalgebruik

Dan zijn er ook nog jeukwoorden en -zinnen die veel simpeler kunnen. Zakelijke, formeel klinkende woorden waarvan je niet weet waarom je die eigenlijk gebruikt, als je er goed over nadenkt. Ook deze taalconstructies worden vaak gebruikt om een tekst meer gewicht mee te geven, omdat iemand ze ‘lekker zakelijk’ vindt of gewoon omdat de schrijver dat soort formeel/oubollig taalgebruik gewoon gewend is. En waarom? Geen idee. Want zo’n tekst is vaak helemaal niet lekker(der) leesbaar.

Voorbeelden

Neem deze overdreven zin:

‘Indien de software welke men bij WSP afneemt niet naar blieven functioneert, kan men niet enkel door middel van een telefoontje het probleem melden: u kunt tevens een supportticket aanmaken of een e-mail toezenden.’

Dat kan veel simpeler:

‘Heb je een probleem met WinWash? Dan kun je ons bellen, mailen of een supportticket aanmaken.’

Deze zin past veel meer bij het merkpersoonlijkheidsmodel van WSP.

Nog wat voorbeelden van woorden die we liever niet en liever wél gebruiken:

  • Hedendaags – nu, tegenwoordig, of weglaten
  • in de zin van – omdat (bijv.)
  • Door middel van – met
  • Welke – die/dat
  • Zeer – heel
  • Enkel – alleen
  • U – je 
  • En/of – gewoon ‘en’, of: ‘of’. Snap je?
  • Tevens – ook
  • Indien – als
  • Men – je

Kreten

Deze kreten keren regelmatig terug. Je bent niet verplicht deze overal te gebruiken (of om ze überhaupt te gebruiken), maar op de website zul je ze bijvoorbeeld op bijna iedere pagina terugzien.

  • Eén partner. Nul zorgen. Wij voeren de volledige regie. Van eerste schets tot jarenlange support. Jij krijgt één aanspreekpunt. Wij nemen de rest uit handen.
  • Meetbare resultaten. Gegarandeerd. Onze klanten draaien 20-30% efficiënter. Met concrete data, real-time inzicht en bewezen impact.
  • Dé totaaloplossing, op jouw maat gemaakt. Schaalbaar, flexibel en toekomstbestendig. Want jouw wasserij is uniek. En jouw oplossing ook.